Vandaag moeten we vroeg uit de veren. Om 6u30 worden we opgepikt met de bus om naar de haven gebracht te worden waar we met de ferry dan naar Whitehaven Beach varen op de Whitsunday Islands. Na een uurke varen komen we aan op een parelwit strand met blauw, helder water, omgeven door palmbomen en ander groene begroeiing. Buiten een 30-tal andere passagiers en een paar bootjes die ronddoberen in de zee, is er verder niemand te bespeuren. Er schijnt wel risico te zijn om gestoken te worden door kwallen of andere vissen die al wel eens durven steken (één of andere pijlstaartrog enz.), dus vanop de ferry hebben we zwempakken mee gekregen om aan te trekken, als we willen. Aangezien we nog meer dan een halve vakantie voor de boeg hebben, nemen we het zekere voor het onzekere maar. Het was wel een grappig zicht om zo als een half marshmellow manneke over het strand in de zee te lopen, ma soit.
Ik moet zeggen, het water smaakte wreed zout. Maar in zo’n omgeving zwemmen blijft toch wel iets speciaals. We hebben in ieder geval toch al een beetje geoefend voor wanneer we overmorgen gaan snorkelen aan het Great Barrier Reef.
Na zo’n 2 uurkes te hebben vertoefd op het strand, was het weer tijd om terug te keren met de ferry. Op de terugweg zijn we dan nog even gestopt op Daydream Island waar we van ferry moesten wisselen en nog wel efkes de tijd hadden om rond te wandelen. Niet veel te zien daar buiten een ander resort eigenlijk.
Eenmaal weer aangekomen op Airlie Beach rond 14u, zijn we maar eens de omgeving gaan verkennen en ook efkes tijd genomen om een lekker ijsje en ne frozen yoghurt te proeven. Om dan nu te eindigen op het terras van ons hotel. Cindy met een wit wijntje en ikke met een Australisch biertje. Zo meteen gaan we nog ietske eten op de kamer en dan vroeg ons bedje in want morgen hebben we een redelijk lange rit voor de boeg naar Cairns, waar we dan de auto inleveren en de bus nemen naar Port Douglas.
Leave a Reply